donderdag 25 augustus 2016

Someren, kijkhut 'Laat ut zo'

Een kijkhut waar je in alle vroegte moet zijn. Het ligt aan de noordzijde van het grootste heideven van Nederland, aan de oostkant van de Strabrechtse Heide (gem. Someren). Als je bij het ochtendgloren over het water kijkt heb je uitzicht op een prachtig ven met veel vogelleven. Medio jaren tachtig heeft er een vennen herstelproject plaatsgevonden waardoor de brede rietkragen zijn verdwenen. Hiervoor is een gevarieerde oever in de plaats gekomen met de terugkeer van zeldzame soorten. Het Beuven is omgeven door heide en een bos met hoofdzakelijk grove dennen. Het is een zeer vogelrijk gebied met soorten als bruine kiekendief, blauwborst, roerdomp, grote zilverreiger, groenpootruiter en visarend. Daarnaast zijn er watervogels die je op andere plekken binnen het gebied niet zo snel zult zien, zoals grote zaagbek en brilduiker.

Vogelkijkhut 'Laat ut zo'

Voorts komen er met enige regelmaat bijzondere vogels waaronder lepelaar en zwarte ooievaar. Vanuit kijkhut 'Laat ut zo' kun je het ven overzien. De kijkhut staat aan de noordkant en vanaf daar kijk je, en fotografeer je tegen de zon in. Bovendien is het wateroppervlak zo groot dat de vogels op (te) grote afstand zitten. Oostelijk daarvan ligt het kleinere Starven, waarop bijna geen vogels liggen. Maar als er een vogel te zien is, is het vaak een bijzondere. Ten zuidwesten ligt nog het Grafven, waar we wel langs kwamen.

Op de droge plaatsen staat struikhei en jeneverbes, op de natte plaatsen Dophei, Pijpenstrootjes, Gagel en Klokjesgentiaan. De vergrassing van de heide wordt tegengegaan door beweiding door een schaapskudde van de stichting het Kempens heideschaap, door maaien en door plaggen. De heide wordt omgeven door bossen. De overgang naar het dal van de Kleine Dommel heeft een bijzondere vegetatie en is ook van belang voor verschillende diersoorten.

Links; Een der vroege vogels, die net als ik vele natuurgebieden af gaat, bij de kijkhut 'Laat ut zo'. Rechts; het uitzicht vanuit de hut.

Locatie vogelkijkhut 'Laat ut zo'

Someren, kijkhut Keelven

Het Keelvengebied is de laatste decennia van een soortenarm dennenproductiebos omgevormd tot een gevarieerd bosgebied met vennen, heidevelden en een grote variƫteit aan bomen, struiken en planten. Ook het dierenleven heeft hiervan geprofiteerd waardoor de soortenrijkdom sterk is toegenomen. Onderdeel van de recreatieve voorzieningen in dit gebied is het natuurleerpad dat destijds door de gemeente Someren en IVN Asten-Someren is aangelegd. Doel hiervan is de (jeugdige) bezoeker kennis te laten maken met de veranderingen die in het gebied zijn doorgevoerd en welk effect die hebben op flora en fauna.

De kijkhut aan het Keelven

Locatie vogelkijkhut Keelven

vrijdag 5 augustus 2016

Piaam, Vogelkijkhut De Ral

Uitzicht over het IJsselmeer vanuit Vogelkijkhut De Ral
De Koaiwaard vlakbij het Friese Piaam (nabij Makkum) is weer helemaal klaar voor vogelliefhebbers. It Fryske Gea heeft het gebied een flinke opknapbeurt gegeven. Hiervan profiteren zowel de natuur als de recreant. De werkzaamheden zijn mede mogelijk genaakt door financiƫle steun van het Hedwig Carolina Fonds

De afgeschermde toegang naar de kijkhut.

Vogelkijkhut De Ral is een prachtige vogelkijkhut aan de rand van het IJsselmeer. De rustige plek is ideaal om grote aantallen vogels te bekijken. In het ondiepe water zitten vaak veel vogels zoals krakeend, knobbelzwaan, bergeend, slobeend, blauwe reiger en waterral. De omringende rietlanden zijn het domein van de blauwborst, baardmannetje en snor. Om de beleefbaarheid vanaf de vogelkijkhut te verbeteren is het zicht vanuit de hut verbeterd. Daarnaast is de kans om roofvogels te zien ook vergoot. Regelmatig laat de visarend zich hier zien. Om de vogelliefhebbers een exclusief zicht op deze magnifieke vogel te geven, zijn er twee dode eiken in het water bij de vogelkijkhut geplaatst. Na een vistochtje kan deze roofvogel hierop uitrusten. De dode eiken zijn uit het Rysterbosk bij Rijs gehaald. Zo geeft It Fryske Gea ze een nieuwe bestemming.

Prachtig wandelpad naar vogelkijkhut ‘De Ral’
De route vanaf de zeedijk naar de vogelkijkhut kreeg ook een opknapbeurt. Er is een bordes op de zeedijk geplaatst om te genieten van het weidse uitzicht. In de Koaiwaard zijn ook enkele slenken opgeschoond. Hierdoor kunnen vissen het gebied beter bereiken om te paaien. Het talud van de oevers van de slenken zijn afgevlakt, zodat de roerdomp zich hier beter thuis voelt. De eerste roerdomp heeft zich zelfs al gemeld met zijn kenmerkende gehoemp. Als laatste is het wandelpad met het vrijgekomen zand uit de slenken opgeknapt en is een lange wandelbrug door het gebied gerealiseerd. Zo kunnen natuurliefhebber zonder natte voeten te krijgen de vogelkijkhut bezoeken.

Wilt de vogelkijkhut bezoeken?
De vogelkijkhut is van zonsopgang tot zonsondergang geopend. U kunt de auto parkeren op de parkeerplaats aan de Kooireed te Piaam.


De locatie van vogelkijkhut De Ral in natuurgebied de Koaiwaard

Deze plek is te bereiken via de weg langs de Zeedijk, ten zuiden van Piaam en ter hoogte van de Koaireed. De auto kan langs de dijk geparkeerd worden, maar er is ook een parkeergelegenheid in de Koaireed. U bereikt de hut lopend via een pad over de Zeedijk, richting het IJsselmeer.

Nieuws over deze plek:

Visetende Blauwborst gezien (02 augustus 2016 - bron: sovon.nl)
Tellers Jan Kramer en Eus de Groot liepen op 25 juli naar de vogelhut bij Piaam in Friesland toen ze een bijzondere waarneming deden. Ze zagen een volwassen Blauwborst met een visje in de snavel. "Voor zover we konden nagaan is dat de eerste waarneming van een Blauwborst met een visje als prooi."

Kramer: "Omstreeks 18.40 uur op 25 juli 2016 klinkt aan de zuidkant van het pad naar de vogelhut De Ral bij Piaam een scherp alarmerend geluid. Het geluid doet heel even denken aan de doordringende piep van een jonge Meerkoet, maar bij de derde piep wordt duidelijk dat het een alarmerende vogel is. Het geluid komt vanaf de overkant van de sloot, ergens onderaan tegen de rietkraag. Een meter of vijf van ons vandaan. Zoeken met de verrekijker dus!"

"Bijna meteen komt een vogeltje naar boven. Het gaat (gelukkig voor ons) bovenin een rietstengel zitten. Lang genoeg om als een Blauwborst met prooi in de snavel te worden herkend. Al na enkele ogenblikken vliegt de vogel naar een jonge wilg aan de zuidrand van het pad, enkele meters vanaf zijn eerdere positie in de rietstengel. Hij blijft daar (met het visje in de snavel) zitten. Ongeveer tien meter van ons verwijderd."

"Enkele meters bij ons vandaan klinkt vanuit de begroeiing op de noordrand van het pad een zacht gepiep als van juveniele vogels die om voedsel bedelen. Het geluid verplaatst zich als wij rustig in de richting van het geluid lopen. De vogel in de boom blijft nog zitten. Maar nog geen minuut later vliegt de oudervogel met nog steeds het visje in de snavel naar de vegetatie aan de noordkant van het pad. Helaas buiten ons gezichtsveld. Maar de vogel is ongetwijfeld op weg naar het jong of de jongen. Ons in verwarring achterlatend: een Blauwborst als viseter! Of vangt de vogel de visjes alleen maar als voer voor zijn jongen en eet hij ze zelf niet? Gebrek aan andere soorten voedsel zal er in ieder geval niet zijn geweest. Overal om ons heen vlogen mugjes en andere insecten. Ook zullen er vast nog wel rupsjes te vinden zijn geweest in de nieuwe begroeiing langs het pad en in de rietvelden aan weerszijden van het pad."

Bijzonder
Kramer zocht contact met Romke Kleefstra, die de Duitse monografie over de Blauwborst erop nasloeg. Daarin worden alleen gevallen beschreven van Blauwborsten die in gevangenschap gehouden werden en kleine visjes wisten te vangen. Ook het handboek van Glutz von Blotzheim maakt geen melding van wilde, vissende Blauwborsten. Dat maakt deze waarneming dus erg interessant. In het tijdschrift Limosa zal er een korte bijdrage over verschijnen, (net zoals er eentje is over een vissende Waterpieper). We zijn natuurlijk benieuwd of er meer waarnemingen bekend zijn van vissende Blauwborsten. Wie heeft het weleens gezien? Meld het ons dan even.

maandag 1 augustus 2016

Swartbroek, Kijkwand 'De Krang'

De kijkwand aan het Roukespeelven is gelegen aan de Noordbeek, een beekje dat uit mondt in de Leukerbeek in natuurgebied De Krang, dat beheert wordt door Natuurmonimenten. Op bij de kijkwand te komen volgt u de wandelroute, die start bij de kerk in het dorpje Swartbroek, (Swartbroek, nabij Weert). Naast de te downloaden van de Android app, Apple app of Windows app kun je ook de rode driehoeken volgen. Het dorp Swartbroek dankt zijn naam aan 'zwart moeras'. Een broek is een moerasland dat door allerlei houtgewassen wordt overwoekerd. De bladeren van die gewassen bedekken de bodem van het water en geven er een zwarte schijn aan.


Het natuurgebied, dat Natuurmonumenten sinds 1975 beheert, bestaat uit akkers, moeras, loof- en naaldbossen, graslanden en vennen. Kijk tijdens de route ook regelmatig achterom, je ziet dan hoogteverschillen in het gebied.

Bolle akkers
Verspreid langs de route zie je bolle akkers. Door op een bepaalde manier te ploegen ontstonden de glooiende akkers. De bolling dient voor betere afwatering.

Rabatten
Ruim een eeuw geleden was de bodem vlak bij het dorpje Swartbroek erg drassig. Men groef sloten en met de vrijgekomen grond werden langwerpige akkertjes opgehoogd. Op deze zogenaamde rabatten werd hout geteeld. Fraai is de koningsvaren, hier in de omgeving groeit.

Vogelkijkscherm
Als je bij punt 4 van de wandelrout bent aangekomen, net over een zogenaamd knuppelpad, ben je bij het uitkijkpunt gekomen. Knuppels zij korte houten stokken, waar vroeger ook bruggen van gemaakt werden om moeras veilig over te steken. Speur vanaf dit punt naar allerlei water- en rietvogels, zoals dodaars, fuut, aalscholver, rietgors, kleine karekiet en wintertaling.

Bij punt 6 van de wandelroute loopt je tussen de (hier niet zichtbaar) Dijkerpeel en Leukerbeek door, waar je de Wielewaal kunt horen (of zien als wat meer geluk hebt). Het 'duudeljoo'-refrein van het liedje 'Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal', is jaren oud, maar nog steeds erg bekend. Het mannetje is een prachtig, heldergeel gekleurde vogel met overwegend zwarte vleugels en staart. Het vrouwtje is eerder groengelig met donkere vleugels. De vogel is, hoewel hij er opvallend uitziet, moeilijk te vinden omdat hij nogal schuw is en bij voorkeur in hoge boomtoppen verblijft. Aan het begin van de broedtijd is de vogel wel vaak te horen. Speur even verderop tijdens wandeling door de velden ook eens de lucht af. Grote kans dat je ergens een buizerd ziet zweven of een torenvalk ziet bidden. Sta even stil als je die vogel ziet 'bidden'! Als je een verrekijker bij je hebt, dan kan je zien dat de valk alles beweegt, om op zijn plek te blijven, behalve de kop. Om ineens naar beneden te duiken om hun prooi te verrassen!

Verderop de route loop je langs de Tungelroyse beek. Die stroomt als een blauw lint door het landschap. Natuurmonumenten is samen met het waterschap hard aan het werk om grote delen van de beek weer te laten meanderen. Over ongeveer een kilometer kronkelt de beek alweer heel fraai door het landschap. Inmiddels zijn er al een aantal bijzondere waarnemingen gedaan in en om de beek, van verschillende dagvlinders en libellen. En ook de ijsvogel heeft zijn leefgebied tot aan deze beek uitgebreid!

Bij punt 9 van de wandelroute ligt (links) het Laagbroek. Daar komt onder meer de prachtig vogel de blauwborst voor. Deze zangvogel is verwant aan de nachtegaal en, de naam zegt het al, herkenbaar aan zijn blauwe borst. De blauwborst is een insecteneter die houdt van moerasgebied en meestal nestelt in een graspol of laag in dichte wilgenstruik.

Neem wel wat te eten en drinken mee voor de wandeltocht, de rode wandelroute namelijk is bijna 12 kilometer lang. Het neemt zo een uur of drie in beslag als je onderweg enkele keren een stop in last om van de omgeving te genieten.

Startpunt
De Krang, parkeerplaats kerk Swartbroek
Sint Cornelisplein 8
6005 PDWeert
Parkeren: Parkeren kan op de parkeerplaats bij het Sint Cornelisplein in Swartbroek vlak bij de kerk.


De kijkwand aan het Roukespeelven, ten westen van Swartbroek