dinsdag 27 september 2016

Tilburg, Leikeven Huis ter Heide

Natuurgebied Huis ter Heide, ten noorden van Tilburg, op de grens van Loon op Zand, kent twee uitkijktorens. Maak een prachtige wandelroute rond het grootste ven van Huis ter Heide over het vlonderpad, speur naar de vogels op het ven en geniet van het uitzicht vanaf de uitkijktorens.

In het landschap van Huis ter Heide kun je de natuur beleven op jouw manier. Heerlijk wegdromen bij de vennen, vogels spotten op het water of in de lucht, een rondje hardlopen of gewoon lekker wandelen. Het kan allemaal in dit natuurgebied bij Tilburg! Parkeer op de Natuurmonumenten parkeerplaats bij de kruising Spinderspad-Baan achter de Plakken.

De verhoogde kijkpost op de noordoost hoek van het Leikeven

Eerste uitkijktoren
Begin je wandeling met een wijdse blik. Vanaf de uitkijktoren kijk je uit over het Leikeven, waar de route omheen loopt. Dit ven dankt zijn naam aan de afwateringssloot die hier rond 1200 werd gegraven. In het plaatselijk dialect noemden ze dat ‘de laaij’, dat later verbasterde naar ‘Leike’. Speur naar de vele vogels die hier verblijven: van de kleine, prachtige blauwborst tot majestueuze zilverreigers, allerlei ganzen- en eendensoorten, lepelaars en soms een zwarte ooievaar! In de lucht kun je regelmatig roofvogels over zien zweven, speurend naar een lekker hapje op de grond.

De kijktoren op de zuidwest hoek van het Leikeven

Tweede uitkijktoren
Beklim de toren en bekijk het landschap met heidevelden en graslanden en speur naar de vele vogels die Huis ter Heide rijk is! Misschien zie je wel de statige torenvalk bidden of hoor je het lied van de roodborsttapuit over het veld. Je hoort hem in ieder geval nu in de app.


De verhoogde kijkpost op de noordoost hoek van het Leikeven

De kijktoren op de zuidwest hoek van het Leikeven

maandag 12 september 2016

Oud-Turnhout: De Liereman

Landschap De Liereman is een prachtig natuurgebied van meer dan 500 ha op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout en Arendonk. Midden in de Vlaamse Kempen tussen Oud-Turnhout en Arendonk vind je Landschap De Liereman, een van de oudste beschermde natuurgebieden van België. Hier kan je wandelen tussen kurkdroge landduinen en kletsnatte veenmoerassen. Het wordt beheerd door Natuurpunt vzw. Een uniek gebied om de waarden van de Stille Kempen te leren kennen. U vindt er het eerste Stiltegebied van de Antwerpse Kempen. U hoort er geen storend lawaai maar uitsluitend rustgevende, streekeigen geluiden van natuur en mens.

De kijktoren is bereikbaar over het vlonder-pad, maar ligt verscholen achter de bomen.

Het Landschap De Liereman vormt een lust voor het oog: een mozaïek van onder meer hooilandjes, houtkanten, dreven, echelkuilen, broekbos, natte heide, vennen, naaldbos, weilanden, kanaal, veengebied, kruidenrijke schraalgraslanden, eiken-berkenbos en gagelstruweel. Het Bezoekerscentrum ligt aan de rand van het Landschap De Liereman. In het bezoekerscentrum aan de rand van het gebied geniet je van een drankje op het terras of van de tentoonstelling over de rijke geschiedenis en het unieke landschap.

Hoog in de toren is er uitzicht over het water en de omgeving.

Landschap De Liereman
Kruidig ruikende gagelstruiken, zoet geurende brem, frisgroene bossen en uitgestrekte heide zorgen voor een Kempens festival van geuren en kleuren. En dat in samenwerking met de lokale landbouwers. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken van Landschap De Liereman een uniek natuurgebied in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Tijdens je wandeling tussen kurkdroge landduinen en kletsnatte veenmoerassen kom je ook schapen en wilde konikpaarden tegen.

Vroeger lieten boeren hun schapen grazen op de uitgestrekte woeste gronden. Ze staken de toplaag van de bodem af als mest voor de akkers en wonnen turf als brandstof uit de moerassen. Het resultaat was een open en gevarieerd heidelandschap dat eeuwenlang de Kempen typeerde. Ook voor erfgoed is Landschap De Liereman een topper. 12.000 Jaar geleden gebruikten jagers de duinengordel als kampplaats en de vele vuurstenen voorwerpen geven het gebied een archeologische waarde.

Enkele streekspecialiteiten
◾Pijpenstrootje: een biologisch knabbelkoekje met noten
◾Alle dagen vers biologisch appelgebak
◾Biologische fruitsappen in maar liefst 7 verrassende smaken
◾Gageleer, bier gebrouwen met gagel

Openingsuren Bezoekerscentrum
◾maandag tot/met donderdag: 13.00-17.00 uur
◾vrijdag: 13.00-17.00 uur (van krokus tot kerstvakantie)
◾zaterdag: 13.00-17.00 uur
◾zon- en feestdagen: 11.00-17.00 uur
◾Kerst- en nieuwjaar gesloten
◾Groepen ook na afspraak

Bereikbaarheid
Met de wagen: volg de bruine borden “natuurreservaat De Liereman” of de witte borden 'Bezoekerscentrum' vanuit het centrum van Oud-Turnhout.
Website: www.deliereman.be.


De kijktoren is op slechts 850 meter van het bezoekerscentrum (Schuurhovenberg 43, Oud-Turnhout) verwijderd.

zondag 4 september 2016

Willebroek, Kijkhut Biezenweiden

De Biezenweiden ligt vlakbij Heindonk in de Rupelvallei in Willebroek. Het gebied sluit aan bij het provinciedomein Broek De Naeyer en is het hele jaar door een trekpleister voor vogels. De broedkolonie aalscholvers die er zit, is met ongeveer 100 nesten een van de grootste kolonies in Vlaanderen. Vanuit twee comfortabele hutten kan je de vogels goed bekijken. Speur er ook naar sporen van de bever.


Het hele jaar door toegankelijk op de paden. Stevige schoenen of laarzen zijn een aanrader. De paden zijn niet geschikt voor rolstoelgebruikers. Om de rust te bewaren, zijn honden niet toegelaten in het Broek De Naeyer, ook niet aan de leiband. In de zomer is het must om je te beschermen tegen de muggen die er dan talrijk aanwezig zijn. Best zelfs insmeren onder je kleren. Parking Antwerpsesteenweg/Hoofd of Parking achter huizen Oostvaardijk/Heindonkstraat. Neem vanaf de startplaats het veer. De veerboot vaart op het uur en het halfuur, niet om 12u30. Je kan gebruik maken van de wandelknooppuntenkaart Rivierenland. Het gebied ligt tussen fietsknooppunten 52 en 38. Als je graag fietst, kies dan voor de fietsroute "Langs 7 waterlopen" (35 of 49 km).

Beschrijving van het gebied
Hoewel het gebied nu vooral uit bos bestaat, wijst de naam Biezenweiden er duidelijk op dat het vroeger weiland was. Omdat de gronden voor de moderne landbouw niet meer interessant waren, werden ze grotendeels verlaten. Sommige stukken werden beplant met populieren, terwijl er op andere spontaan een bosvegetatie ontstond waar buizerds, boomvalken en spechten broeden. Je kan er nog sporen van het vroegere weidelandschap zien in de restanten van knotwilgenrijen, de slotenstructuur en enkele hooiweiden.

Hoogtepunten op de wandelroute
De Visarend is de eerste vogelkijkhut die je tegenkomt. Zoek daar tijdens het voorjaar naar elzen, waar aalscholvers aan hun nesten bouwen. Tot midden juni is het een spektakel van aan- en afvliegende vogels die er broeden en hun jongen komen voederen. Op de grote plas kan je eenden, waterhoenen en meerkoeten bekijken. Ook blauwe reigers zijn er het hele jaar aanwezig en grote zilverreigers tijdens de trekperiode. Op het bord achteaan in de hut kan je waarnemingen van de voorbije dagen bekijken. Vanuit vogelkijkhut 'De Aalscholver' kan je ook vogels spotten. Daar heb je een prachtig zicht op de grootste plas van Broek De Naeyer. Tijdens de herfst- en wintermaanden zijn de mannetjes van wintertalingen, krakeenden, slobeenden, pijlstaarten, kuifeenden en tafeleenden op hun mooist. Op de plas werden enkele nestvlotjes voor visdiefjes geplaatst.

Langs berken en een open weiland bereik je de Biezenweiden. Tijdens de lente is het daar een eldorado voor kleine zangvogels. De zang van een zwartkop is het makkelijkst herkenbaar, maar ook de zang van nachtegalen zal je vergezellen. Grote bonte specht is er het hele jaar aanwezig, maar het vroege voorjaar is de beste periode om hun roffel te horen. Wanneer je het eikenbos verlaat, wandel je langs lagere begroeiing. Daar werden canadapopulieren gerooid om het stuk naar een meer natuurlijk broekbos te laten evoluren, zodat het de inheemse soorten niet verdringt. In het eikenbos ga je over het brugje rechtdoor in de richting van het hek, zo kom je opnieuw in het Broek De Naeyer. Je wandelt langs een lange brede vijver, een van de voormalige veenputten. Kijk hier uit naar watervogels, zoals krakeenden en slobeenden en naar beversporen.

Het Broek De Naeyer is het hele jaar door een trekpleister voor vogels. De broedkolonie aalscholvers die er zit, is met ongeveer 100 nesten een van de grootste kolonies in Vlaanderen. Vanuit twee comfortabele hutten in het gebied kan je de vogels goed bekijken. Andere opmerkelijke bewoners van het Broek De Naeyer en de Biezenweiden zijn enkele beverfamilies. Wintertalingen, bergeenden en krakeenden komen regelmatig op de slikplaten langs de Rupel eten.

Voor de Biezenweiden wandelroute volg je de knooppunten 101-121-197-99-123-191-198-197-121-101.


Locatie Kijkhut 'De Aalscholver'


Locatie Kijkhut 'Visarend'

donderdag 25 augustus 2016

Someren, kijkhut 'Laat ut zo'

Een kijkhut waar je in alle vroegte moet zijn. Het ligt aan de noordzijde van het grootste heideven van Nederland, aan de oostkant van de Strabrechtse Heide (gem. Someren). Als je bij het ochtendgloren over het water kijkt heb je uitzicht op een prachtig ven met veel vogelleven. Medio jaren tachtig heeft er een vennen herstelproject plaatsgevonden waardoor de brede rietkragen zijn verdwenen. Hiervoor is een gevarieerde oever in de plaats gekomen met de terugkeer van zeldzame soorten. Het Beuven is omgeven door heide en een bos met hoofdzakelijk grove dennen. Het is een zeer vogelrijk gebied met soorten als bruine kiekendief, blauwborst, roerdomp, grote zilverreiger, groenpootruiter en visarend. Daarnaast zijn er watervogels die je op andere plekken binnen het gebied niet zo snel zult zien, zoals grote zaagbek en brilduiker.

Vogelkijkhut 'Laat ut zo'

Voorts komen er met enige regelmaat bijzondere vogels waaronder lepelaar en zwarte ooievaar. Vanuit kijkhut 'Laat ut zo' kun je het ven overzien. De kijkhut staat aan de noordkant en vanaf daar kijk je, en fotografeer je tegen de zon in. Bovendien is het wateroppervlak zo groot dat de vogels op (te) grote afstand zitten. Oostelijk daarvan ligt het kleinere Starven, waarop bijna geen vogels liggen. Maar als er een vogel te zien is, is het vaak een bijzondere. Ten zuidwesten ligt nog het Grafven, waar we wel langs kwamen.

Op de droge plaatsen staat struikhei en jeneverbes, op de natte plaatsen Dophei, Pijpenstrootjes, Gagel en Klokjesgentiaan. De vergrassing van de heide wordt tegengegaan door beweiding door een schaapskudde van de stichting het Kempens heideschaap, door maaien en door plaggen. De heide wordt omgeven door bossen. De overgang naar het dal van de Kleine Dommel heeft een bijzondere vegetatie en is ook van belang voor verschillende diersoorten.

Links; Een der vroege vogels, die net als ik vele natuurgebieden af gaat, bij de kijkhut 'Laat ut zo'. Rechts; het uitzicht vanuit de hut.

Locatie vogelkijkhut 'Laat ut zo'

Someren, kijkhut Keelven

Het Keelvengebied is de laatste decennia van een soortenarm dennenproductiebos omgevormd tot een gevarieerd bosgebied met vennen, heidevelden en een grote variëteit aan bomen, struiken en planten. Ook het dierenleven heeft hiervan geprofiteerd waardoor de soortenrijkdom sterk is toegenomen. Onderdeel van de recreatieve voorzieningen in dit gebied is het natuurleerpad dat destijds door de gemeente Someren en IVN Asten-Someren is aangelegd. Doel hiervan is de (jeugdige) bezoeker kennis te laten maken met de veranderingen die in het gebied zijn doorgevoerd en welk effect die hebben op flora en fauna.

De kijkhut aan het Keelven

Locatie vogelkijkhut Keelven

vrijdag 5 augustus 2016

Piaam, Vogelkijkhut De Ral

Uitzicht over het IJsselmeer vanuit Vogelkijkhut De Ral
De Koaiwaard vlakbij het Friese Piaam (nabij Makkum) is weer helemaal klaar voor vogelliefhebbers. It Fryske Gea heeft het gebied een flinke opknapbeurt gegeven. Hiervan profiteren zowel de natuur als de recreant. De werkzaamheden zijn mede mogelijk genaakt door financiële steun van het Hedwig Carolina Fonds

De afgeschermde toegang naar de kijkhut.

Vogelkijkhut De Ral is een prachtige vogelkijkhut aan de rand van het IJsselmeer. De rustige plek is ideaal om grote aantallen vogels te bekijken. In het ondiepe water zitten vaak veel vogels zoals krakeend, knobbelzwaan, bergeend, slobeend, blauwe reiger en waterral. De omringende rietlanden zijn het domein van de blauwborst, baardmannetje en snor. Om de beleefbaarheid vanaf de vogelkijkhut te verbeteren is het zicht vanuit de hut verbeterd. Daarnaast is de kans om roofvogels te zien ook vergoot. Regelmatig laat de visarend zich hier zien. Om de vogelliefhebbers een exclusief zicht op deze magnifieke vogel te geven, zijn er twee dode eiken in het water bij de vogelkijkhut geplaatst. Na een vistochtje kan deze roofvogel hierop uitrusten. De dode eiken zijn uit het Rysterbosk bij Rijs gehaald. Zo geeft It Fryske Gea ze een nieuwe bestemming.

Prachtig wandelpad naar vogelkijkhut ‘De Ral’
De route vanaf de zeedijk naar de vogelkijkhut kreeg ook een opknapbeurt. Er is een bordes op de zeedijk geplaatst om te genieten van het weidse uitzicht. In de Koaiwaard zijn ook enkele slenken opgeschoond. Hierdoor kunnen vissen het gebied beter bereiken om te paaien. Het talud van de oevers van de slenken zijn afgevlakt, zodat de roerdomp zich hier beter thuis voelt. De eerste roerdomp heeft zich zelfs al gemeld met zijn kenmerkende gehoemp. Als laatste is het wandelpad met het vrijgekomen zand uit de slenken opgeknapt en is een lange wandelbrug door het gebied gerealiseerd. Zo kunnen natuurliefhebber zonder natte voeten te krijgen de vogelkijkhut bezoeken.

Wilt de vogelkijkhut bezoeken?
De vogelkijkhut is van zonsopgang tot zonsondergang geopend. U kunt de auto parkeren op de parkeerplaats aan de Kooireed te Piaam.


De locatie van vogelkijkhut De Ral in natuurgebied de Koaiwaard

Deze plek is te bereiken via de weg langs de Zeedijk, ten zuiden van Piaam en ter hoogte van de Koaireed. De auto kan langs de dijk geparkeerd worden, maar er is ook een parkeergelegenheid in de Koaireed. U bereikt de hut lopend via een pad over de Zeedijk, richting het IJsselmeer.

Nieuws over deze plek:

Visetende Blauwborst gezien (02 augustus 2016 - bron: sovon.nl)
Tellers Jan Kramer en Eus de Groot liepen op 25 juli naar de vogelhut bij Piaam in Friesland toen ze een bijzondere waarneming deden. Ze zagen een volwassen Blauwborst met een visje in de snavel. "Voor zover we konden nagaan is dat de eerste waarneming van een Blauwborst met een visje als prooi."

Kramer: "Omstreeks 18.40 uur op 25 juli 2016 klinkt aan de zuidkant van het pad naar de vogelhut De Ral bij Piaam een scherp alarmerend geluid. Het geluid doet heel even denken aan de doordringende piep van een jonge Meerkoet, maar bij de derde piep wordt duidelijk dat het een alarmerende vogel is. Het geluid komt vanaf de overkant van de sloot, ergens onderaan tegen de rietkraag. Een meter of vijf van ons vandaan. Zoeken met de verrekijker dus!"

"Bijna meteen komt een vogeltje naar boven. Het gaat (gelukkig voor ons) bovenin een rietstengel zitten. Lang genoeg om als een Blauwborst met prooi in de snavel te worden herkend. Al na enkele ogenblikken vliegt de vogel naar een jonge wilg aan de zuidrand van het pad, enkele meters vanaf zijn eerdere positie in de rietstengel. Hij blijft daar (met het visje in de snavel) zitten. Ongeveer tien meter van ons verwijderd."

"Enkele meters bij ons vandaan klinkt vanuit de begroeiing op de noordrand van het pad een zacht gepiep als van juveniele vogels die om voedsel bedelen. Het geluid verplaatst zich als wij rustig in de richting van het geluid lopen. De vogel in de boom blijft nog zitten. Maar nog geen minuut later vliegt de oudervogel met nog steeds het visje in de snavel naar de vegetatie aan de noordkant van het pad. Helaas buiten ons gezichtsveld. Maar de vogel is ongetwijfeld op weg naar het jong of de jongen. Ons in verwarring achterlatend: een Blauwborst als viseter! Of vangt de vogel de visjes alleen maar als voer voor zijn jongen en eet hij ze zelf niet? Gebrek aan andere soorten voedsel zal er in ieder geval niet zijn geweest. Overal om ons heen vlogen mugjes en andere insecten. Ook zullen er vast nog wel rupsjes te vinden zijn geweest in de nieuwe begroeiing langs het pad en in de rietvelden aan weerszijden van het pad."

Bijzonder
Kramer zocht contact met Romke Kleefstra, die de Duitse monografie over de Blauwborst erop nasloeg. Daarin worden alleen gevallen beschreven van Blauwborsten die in gevangenschap gehouden werden en kleine visjes wisten te vangen. Ook het handboek van Glutz von Blotzheim maakt geen melding van wilde, vissende Blauwborsten. Dat maakt deze waarneming dus erg interessant. In het tijdschrift Limosa zal er een korte bijdrage over verschijnen, (net zoals er eentje is over een vissende Waterpieper). We zijn natuurlijk benieuwd of er meer waarnemingen bekend zijn van vissende Blauwborsten. Wie heeft het weleens gezien? Meld het ons dan even.

maandag 1 augustus 2016

Swartbroek, Kijkwand 'De Krang'

De kijkwand aan het Roukespeelven is gelegen aan de Noordbeek, een beekje dat uit mondt in de Leukerbeek in natuurgebied De Krang, dat beheert wordt door Natuurmonimenten. Op bij de kijkwand te komen volgt u de wandelroute, die start bij de kerk in het dorpje Swartbroek, (Swartbroek, nabij Weert). Naast de te downloaden van de Android app, Apple app of Windows app kun je ook de rode driehoeken volgen. Het dorp Swartbroek dankt zijn naam aan 'zwart moeras'. Een broek is een moerasland dat door allerlei houtgewassen wordt overwoekerd. De bladeren van die gewassen bedekken de bodem van het water en geven er een zwarte schijn aan.


Het natuurgebied, dat Natuurmonumenten sinds 1975 beheert, bestaat uit akkers, moeras, loof- en naaldbossen, graslanden en vennen. Kijk tijdens de route ook regelmatig achterom, je ziet dan hoogteverschillen in het gebied.

Bolle akkers
Verspreid langs de route zie je bolle akkers. Door op een bepaalde manier te ploegen ontstonden de glooiende akkers. De bolling dient voor betere afwatering.

Rabatten
Ruim een eeuw geleden was de bodem vlak bij het dorpje Swartbroek erg drassig. Men groef sloten en met de vrijgekomen grond werden langwerpige akkertjes opgehoogd. Op deze zogenaamde rabatten werd hout geteeld. Fraai is de koningsvaren, hier in de omgeving groeit.

Vogelkijkscherm
Als je bij punt 4 van de wandelrout bent aangekomen, net over een zogenaamd knuppelpad, ben je bij het uitkijkpunt gekomen. Knuppels zij korte houten stokken, waar vroeger ook bruggen van gemaakt werden om moeras veilig over te steken. Speur vanaf dit punt naar allerlei water- en rietvogels, zoals dodaars, fuut, aalscholver, rietgors, kleine karekiet en wintertaling.

Bij punt 6 van de wandelroute loopt je tussen de (hier niet zichtbaar) Dijkerpeel en Leukerbeek door, waar je de Wielewaal kunt horen (of zien als wat meer geluk hebt). Het 'duudeljoo'-refrein van het liedje 'Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal', is jaren oud, maar nog steeds erg bekend. Het mannetje is een prachtig, heldergeel gekleurde vogel met overwegend zwarte vleugels en staart. Het vrouwtje is eerder groengelig met donkere vleugels. De vogel is, hoewel hij er opvallend uitziet, moeilijk te vinden omdat hij nogal schuw is en bij voorkeur in hoge boomtoppen verblijft. Aan het begin van de broedtijd is de vogel wel vaak te horen. Speur even verderop tijdens wandeling door de velden ook eens de lucht af. Grote kans dat je ergens een buizerd ziet zweven of een torenvalk ziet bidden. Sta even stil als je die vogel ziet 'bidden'! Als je een verrekijker bij je hebt, dan kan je zien dat de valk alles beweegt, om op zijn plek te blijven, behalve de kop. Om ineens naar beneden te duiken om hun prooi te verrassen!

Verderop de route loop je langs de Tungelroyse beek. Die stroomt als een blauw lint door het landschap. Natuurmonumenten is samen met het waterschap hard aan het werk om grote delen van de beek weer te laten meanderen. Over ongeveer een kilometer kronkelt de beek alweer heel fraai door het landschap. Inmiddels zijn er al een aantal bijzondere waarnemingen gedaan in en om de beek, van verschillende dagvlinders en libellen. En ook de ijsvogel heeft zijn leefgebied tot aan deze beek uitgebreid!

Bij punt 9 van de wandelroute ligt (links) het Laagbroek. Daar komt onder meer de prachtig vogel de blauwborst voor. Deze zangvogel is verwant aan de nachtegaal en, de naam zegt het al, herkenbaar aan zijn blauwe borst. De blauwborst is een insecteneter die houdt van moerasgebied en meestal nestelt in een graspol of laag in dichte wilgenstruik.

Neem wel wat te eten en drinken mee voor de wandeltocht, de rode wandelroute namelijk is bijna 12 kilometer lang. Het neemt zo een uur of drie in beslag als je onderweg enkele keren een stop in last om van de omgeving te genieten.

Startpunt
De Krang, parkeerplaats kerk Swartbroek
Sint Cornelisplein 8
6005 PDWeert
Parkeren: Parkeren kan op de parkeerplaats bij het Sint Cornelisplein in Swartbroek vlak bij de kerk.


De kijkwand aan het Roukespeelven, ten westen van Swartbroek

woensdag 20 juli 2016

Nederweert-eind, kijkhut De Banen

Het natuurgebied De Banen maakt deel uit van een parelsnoer aan peelvennen met onder meer de Roeventerpeel, de Kwegt, de Schoorkuilen en het Sarsven. Het afgelopen jaar heeft bij De Banen op grote schaal ven- en natuurherstel plaatsgevonden.

Vanuit de kijkhut is ruim zicht over 'De Banen'

Samen met landbouw
De natuurontwikkeling in en rond De Banen en in de omgeving Schoorkuilen en de Kwegt maakt deel uit van het integraal inrichtingsplan ‘Sarsven en de Banen naar een hoger peil’. Dit heeft tot doel om voor zowel landbouw, natuur als recreatie een meerwaarde te realiseren. Ten behoeve van de landbouw zijn in het verleden drainagebuizen en beregeningsputten aangelegd welke mede hebben geleid tot verdroging van de peelvennen en daarmee ook van de natuurwaarden. Herstel bleek mogelijk, waarbij zowel de natuur als de landbouw zich verder kunnen ontwikkelen.

Uitgevoerde werkzaamheden: De Banen
Door de aanleg van de Rietbeek dwars door de oostrand van De Banen midden jaren vijftig van de vorige eeuw is de waterstand flink gedaald en groeide het ven dicht met riet en verdwenen vele karakteristieke plantensoorten. Door natuurherstelmaatregelen in de jaren negentig keerde een aantal soorten terug. Om de natuurkwaliteit van De Banen verder te verbeteren is de Rietbeek omgelegd, zodat deze geen invloed meer heeft op De Banen en kan het waterpeil weer stijgen naar het vroegere niveau.

Van de voormalige landbouwpercelen tussen de oude en de nieuw aangelegden Rietbeek is de voedselrijke bovenlaag afgegraven en is een natuurlijke overgang ontstaan tussen De Banen en het aangrenzende landbouwgebied. Hier zullen de komen jaren bloem- en kruidenrijke graslanden ontstaan. Het bestaande wandelpad is opgeknapt en er is een nieuw wandelpad aangelegd naar de verplaatste vogelkijkhut en door het moerrassig terreindeel is een houten vlonderpad gerealiseerd.

Rondwandeling dinsdagavond 26 juli
Op dinsdagavond 26 juli 2016 om 18.30 uur verzorgt Sjors de Kort van Stichting het Limburgs Landschap een rondwandeling door De Banen. Hij zal uitleg geven over de uitgevoerde venherstelmaatregelen en ook aangeven wat de komende tijd nog staat te gebeuren. Hoogtijd om op 26 juli met projectcoördinator Sjors de Kort van Het Limburgs Landschap de resultaten te bekijken.
Vertrek vanaf parkeerplaats van dagcamping de Houtsberg aan de Banendijk in Nederweert-Eind.

zaterdag 9 juli 2016

Nederweert, kijkhut Weerterbos

In maart 2016 openen leerlingen van basisschool De Klimop uit Nederweert samen met Joke Kersten, portefeuillehouder beekherstel van Waterschap Peel en Maasvallei, een nieuwe vogelkijkhut in het Weerterbos. De kijkhut ligt voorbij de Daatjeshoeve aan de Heugterbroekdijk in Nederweert.


Van oude veldschuur naar vogelkijkhut Wat is het verschil tussen een dodaars en een fuut en waaraan herken je nu eigenlijk een blauwe reiger? Dit kun je zien in de nieuwe vogelkijkhut in het Weerterbos. Het Weerterbos vormt samen met de Hugterheide een groot natuurgebied op de grens van Limburg met Noord-Brabant en maakt deel uit van het Belgisch-Nederlandse Grenspark Kempen~Broek. Een oude veldschuur voor gereedschap is daar omgebouwd tot een echte vogelkijkhut, met prachtig uitzicht over de nieuw aangelegde waterbuffers.

Waterschap Peel en Maasvallei en Stichting Het Limburgs Landschap hebben samen met diverse partners deze waterbuffers aangelegd om de natuurlijke ‘sponswerking’ van het Weerterbos te herstellen. Hierdoor wordt het water langer vastgehouden en wordt wateroverlast voorkomen.


donderdag 10 maart 2016

Wintelre: Kijkplatform Grootmeer

Aan het Grootmeer, tussen Vessem en Wintelre is een kijkpunt gebouwd, met en platform op een berg zand. Het Grootmeer ligt aan de Merenweg, even voor de bebouwde kom van Wintelre. Er is meer dan voldoende parkeergelegenheid op de half verharde toegangsweg naar het Grootmeer.


Het Grootmeer en het Kleinmeer tussen Vessem en Wintelre zijn van oorsprong natuurlijke zwakgebufferde vennen, die op de kaart van 1900 nog omgeven zijn door heide Ze zijn ontstaan in de periode na de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden. Ze liggen in een gebied dat wat hoger ligt dan de omgeving. Heidevennen worden normaal gevuld door regenwater dat wordt vastgehouden omdat de bodem van zo´n ven slecht doorlaatbaar is, meestal door een klei- of leemlaag. Het Grootmeer werd in het verleden echter ook deels grondwater gevoed waardoor er bijzondere vegetaties voorkwam.

Duizenden padden, kikkers en salamanders leven in het bos aan de andere kant van de weg. Die trekken in het voorjaar massaal naar het Grootmeer om te paren en daarna weer terug te keren. Bij het oversteken van de weg werden ze dan in grote getalen platgereden. In 2009/ 2010 zijn er 7 amfibietunnels onder de Merenweg aangelegd. De amfibieën kunnen nu zelf oversteken.


Bijzonder aan het Grootmeer is dat er vegetatie’s uit het oeverkruidverbond met soorten als gesteeld glaskroos en oeverkuid voorkomen. Het Groot meer is aangewezen als een van de belangrijkste groeiplaatsen van dit vegetatietype wat heel bijzonder is en niet alleen in Nederland maar wereldwijd.

Het afgelopen jaar lag het Grootmeer tussen Vessem en Wintelre vrijwel volledig droog om het woekerende plantje watercrassula te kunnen bestrijden. Normaal gesproken wordt het 17 hectaren grote ven vanaf oktober bijgevuld door Brabant Water.

Op minder dan 100 meter van de plek waar de auto geparkeerd was werd maandag 7 maart een kolonie Sijsjes aangetroffen. Ook de Roerdomp zat aan de rietkraag aan de overkant van het water. Maar het Grootmeer is ook een plaats waar veel gewandeld wordt. Veel wandelaars hebben honden bij, en dat vinden vogelaars minder leuk. Maar ook voor die bezoekers is er plaats.


maandag 7 maart 2016

Hoogeloon: Kijkpost Kleine Beerze

In het Dal van de Kleine Beerze, tussen Vessem en Hoogeloon, kun je heerlijk wandelen. Je beleeft er het beeklandschap, zoals dat er vroeger voor 1850 ongeveer heeft uitgezien. Vooral in het voorjaar is het genieten van de bloemrijkdom. Ook de rijke cultuurgeschiedenis en archeologische vondsten in het gebied spreken tot de verbeelding.


Kronkelende beek
Je wandelt langs de meanderende beek de Kleine Beerze, die hier over een lengte van 5 km weer ruimte heeft om te kronkelen. Het is moeilijk voor te stellen dat tot 2009 maïsvelden het landschap in het beekdal bepaalden. Nu zorgt een kleine kudde Schotse hooglanders dat de wilgen en andere begroeiing in toom worden gehouden. Het kabbelende beekwater is tegenwoordig zo schoon, dat de zeldzame drijvende waterweegbree weer terug is.

Voor de wandelaar loopt er een mooi wandelpad langs de beek, met een bruggetje, bankjes en informatie langs het pad. In bepaalde perioden kan het er vrij drassig zijn. Waterdichte schoenen zijn dan aanbevolen. Er is geen sprake van een rondwandeling; je zult dus op en neer moeten wandelen. Start de wandelroute vanaf het begin van de Hoogeloonse weg in Vessem en loop naar de Hoogcasterseweg in Hoogeloon, waar de kijktoren staat.


Nu de Kleine beerze weer mag kronkelen is er meer ruimte ontstaan om water langer vast te houden en te bergen. Er is veel meer afwisseling in de beekoevers en het water is tegenwoordig veel schoner en helderder. Met een beetje geluk zie je ijsvogeltjes in de buurt van de steile oevers het water in duiken, om weer met een spartelend visje boven te komen. Sinds de stuwen uit de beek zijn verwijderd, gaat het goed met de vispopulaties. Die kunnen nu weer zonder barrières naar hun paaiplaatsen komen.

zondag 28 februari 2016

Lichtaart: Kijkhut Snepkensvijver

In Snepkensvijver-Heiberg in Herentals gaan moeras, heide en bos hand in hand. De bodemomstandigheden zorgen voor een typische vegetatie zoals veenmos, dophei, kleine zonnedauw, veenbes en veenpluis. Ook de geurige gagel komt massaal voor. Op de drogere stukken is de struikhei alom tegenwoordig. Ontdek hier zeldzame plantensoorten en kom helemaal tot rust.


Het hele jaar door toegankelijk op de paden. Aanbevolen schoeisel: laarzen of stevig schoeisel zijn aangeraden bij regenweer. Honden welkom, aan de leiband.


Beschrijving van het natuurgebied
De Snepkensvijver is een nat, moerassig gebied. Dat komt door zijn ligging naast de Kempense heuvelrug, de landduin tussen Herentals en Retie. In de laagte naast de heuvelrug blijft het water lange tijd staan en vormt zo een ven met een grote moerassige strook. Heiberg is een verzameling kleinere natuurgebieden. Onder meer de eigenlijke Heiberg, de Gemeentehei en het Lavendelven horen tot dit project. Heiberg maakt deel uit van een groot, vrij aaneensluitend complex van dennenbossen op voormalige heides en schraalgraslanden. Hier groeit vooral de Corsicaanse den. Op enkele plaatsen komt nog struikhei voor. Op vochtigere delen groeit dophei, kruipbrem en stekelbrem.

Hoogtepunten op de wandelroutes
In Snepkensvijver-Heiberg vind je het Lavendelven. Dit stukje zeldzame natuur is een ringven: in het midden een kring trilveen met daarrond een ring van water. Trilveen lijkt op een gewoon stuk land maar in werkelijkheid drijft het op het water. Op het Lavendelven groeien enkele zeer zeldzame planten, waardoor dit enorm waardevol is.

Dieren en planten
Grotere waterpartijen als de Snepkensvijver en Heiberg hebben een ongelooflijke aantrekkingskracht op talloze watervogels. De kleurrijke wintertaling komt het meest voor. Al vroeg in het voorjaar hoor je zijn fluitende roep uit de struiken. Andere typische broedvogels zijn de tafel- en kuifeend en dodaars. Dit zijn duikeendjes die het goed kunnen vinden in het heldere water waar ze op het zicht jagen.

In het gagelstruweel zijn de blauwborst, de rietgors en de roodborsttapuit vaste gasten. In de omliggende bossen broeden ook nog de bosuil, de havik en de boomvalk. Die laatste kan je regelmatig boven het wateroppervlak zien scheren op zoek naar libellen. Struikhei is in Heiberg het meest voorkomende type heide. Op de vochtigere delen van het gebied vind je ook nog dophei, kruipbrem en stekelbrem.

Vogelkijkhut
In 2004 hebben vrijwilligers van Natuurpunt Nete & Aa een prachtige vogelkijkhut gebouwd. In mei van dat jaar werd de kijkhut feestelijk ingehuldigd. De bewoners van de naburige woonwijk Snepkenshof hebben het peterschap over de kijkhut aanvaard en houden af en toe een oogje in het zeil, waardoor de kans op vandalisme klein is. Hoewel de kijkhut mooi is aangelegd en zeer goed bereikbaar is, is een kleine kanttekening is toch op zijn plaats. De ligging is met het oog op de stand van de zon ongelukkig gekozen, vooral voor natuurfotografen. Met de zon recht voor de lens zullen de foto's nooit zo mooi worden als met de zon in de rug.


Vanuit de vogelkijkhut kan men de vogels op en rond de Snepkensvijver ongestoord en ongezien observeren. In de wintermaanden maak je kans op het waarnemen van groepen kleinere zangvogels zoals kruisbekken en sijzen. Ook roofvogels zoals de buizerd en de havik kunnen van de partij zijn.

Naar het einde van de winter toe worden de eerste zangvogels zoals tjiftjaf verwacht. Op het water kan je zoeken naar verschillende soorten eenden, de doodaars en de geoorde fuut. Bij het begin van de lente heerst er altijd een enorme vogeldrukte. De kleine zangvogels zoals blauwborst, rietgors, zwartkop en mogelijk boompieper zijn pas aangekomen en zingen uit volle borst.

Naarmate de lente vordert komen ok de latere zomervogels aan. Misschien jan je ook wel een boomvalk waarnemen, een gekraagde roodstaart, een waterral en nog zoveel andere soorten.



Stel uw navigatie in op Snepkenshof 1, 2460 Kasterlee, België, de straat recht tegenover de kijkhut. Daar kunt u ook parkeren.

maandag 8 februari 2016

Tiengemeten: Uitkijktoren

Het allerlaatste echte eiland van Zuid-West Nederland vlakbij Nieuwendijk in het Haringvliet. Natuur sinds 2007. Vaar naar een eiland vol ongerepte wildernis en ouderwetse stukjes platteland. Waar de bever en de zee-arend wonen. Rond de gezellige haventjes is van alles te beleven, voor jong en oud.


In 2006 is Tiengemeten omgevormd van landbouwgrond naar natuur. Aan de zuidkant is een gat in de dijk gegraven; een groot deel van het eiland staat nu dagelijks onder invloed van de rivier. Verderop staat het water stil en ontstaat een uitgestrekt moeras. In de oudste polder van het eiland herstelt Natuurmonumenten het oude cultuurlandschap.

Geschiedenis herkenbaar De geschiedenis is herkenbaar gebleven in het landschap; historische gebouwen zijn behouden en hersteld. De variatie in landschappen zorgt voor een grote rijkdom aan planten en dieren: wildernis, weelde en weemoed. Tiengemeten ligt middenin de machtige delta van Zuidwest-Nederland, waar Rijn, Maas en Schelde uitmonden in zee. Samen met de overheid en andere partners werkt Natuurmonumenten hier aan een meer natuurlijke delta.

Op Tiengemeten ervaar je ècht wat de Ecologische Hoofdstructuur oplevert, voor mens en natuur:
•goed voor je gezondheid (zorgboerderij Idahoeve)
•goed voor de economie (werkgelegenheid)
•goed voor behoud van ons erfgoed (gebouwen, landschapselementen)
•goed voor het welzijn van onze kinderen (Speelnatuur)
•goed voor een duurzame samenleving (klimaatverandering, milieu)


Tiengemeten is een eiland in het Haringvliet


De uitkijktoren met uitzicht op het Haringvliet en de natte weide

maandag 25 januari 2016

Ospel: Groote Peel

Op de grens van Noord-Brabant en Limburg vormen Mariapeel, Deurnsche Peel en Nationaal Park Groote Peel een indrukwekkend moeras. Water, heide, zandruggen, berken en open vlaktes begroeid met pijpenstrootje. De Pelen is een paradijs voor natuurliefhebbers en wandelaars.

Kijkhut 'De Groote Peel'


Locatie kijkhut 'De Groote Peel'

Van alle dieren in De Groote Peel zijn de vogels het meest opvallend. De kabaalschoppende kokmeeuw is tijdens het voorjaar niet over het hoofd te zien. Daarnaast zijn er vele andere watervogels zoals waterhoen, meerkoet, dodaars, fuut en geoorde fuut. In de wintermaanden nemen ganzen de plaats van de kokmeeuw in en soms vindt de kraanvogel hhier een plek om te rusten. De openheid van het gebied trekt vogels zoals de blauwborst en de roodborsttapuit. In het gebied zijn allerlei voorzieningen getroffen, waaronder knuppelbruggetjes over water en moeras, een uitzichttoren, een rolstoeltoegankelijke vogelkijkhut en een ook voor rolstoelgebruikers toegankelijk platform.

Observatie deck


Locatie Observatie deck

Er is maar één manier om de De Pelen te verkennen en dat is met stevige, waterdichte wandelschoenen aan. Hier laat het landschap zich lezen als een geschiedenisboek. Het overgrote deel van het veenmoeras werd door turfstekers afgegraven en als ‘het goud van de Peel’ verkocht. De sporen hiervan zijn nog overal aanwezig.

Houten kijktoren


Locatie Houten kijktoren

Ooit een ondoordringbaar moeras, nu een landschap van water, heidevelden, zandruggen, berken en open vlaktes begroeid met pijpenstrootje. Een paradijs voor natuurliefhebbers en wandelaars. De rust van de Groote Peel lokt ruim honderd soorten broedvogels en ook trekvogels, zoals de trompetterende kraanvogel, strijken hier neer. Maar pas op, kijk niet alleen maar naar boven. Onder de bodem van veenmos gaat soms een flinke plas water schuil.


Video van Staatsbosbeheer.


Buitencentrum De Pelen, Moostdijk 15, 6035 RB Ospel

donderdag 21 januari 2016

De Lutte, opening vogelkijkhut

Op woensdag 27 januari a.s. vindt in het arboretum Poort Bulten in De Lutte de officiële opening van de schuilhut plaats door Michael Sijbom, burgemeester van Losser en Hans van Agteren, wethouder Vrijetijdseconomie Regio Twente.


In het voorjaar van 2014 is het Carmelcollege uit Oldenzaal begonnen met het bouwen van een vogelkijkhut in het moeraslandschap. Deze kijkhut wordt geheel op traditionele wijze gebouwd en uitgevoerd in eiken, de leerlingen leren op deze wijze erg veel over het bewerken van hout, zoals het vervaardigen van pen / gat verbindingen maar ook het tekening lezen, uitzetten van een bouwplaats etc. Allemaal vaardigheden die hen later op weg helpen naar een baan in de bouw.

De schuilhut / vogelkijkhut is een initiatief van René Nollen, parkmanager van het arboretum, en o.a. bedoeld als uitkijkpost voor vogelspotters. Daarnaast kan men vanuit de schuilhut, die een oppervlakte heeft van ca 30 m2 alle zichtlijnen van het poelenlandschap goed overzien. Er zal een permanente tentoonstelling komen te hangen in de schuilhut over het leven in het poelenlandschap.

Leerlingen van het Carmelcollege in Oldenzaal hebben tezamen met hun begeleider Ben Oude Groote Beverborg de schuilhut geheel op traditionele wijze gemaakt. Het gaat hier om leerlingen met een beperking die dankzij financiële ondersteuning van de overheid regulier onderwijs kunnen volgen.

Het programma start om 15.30 uur in het infocentrum. De officiële opening van de schuilhut staat gepland om 16.00 uur.